Voor 4 potten van 350 g:

• 1 kg bramen
• 1 groene appel
• 800 g suiker

Zoek de bramen uit en veeg ze schoon met een vochtige doek. Was ze niet, want dan absorberen ze water. Schil de appel en verwijder het klokhuis. Snijd het vruchtvlees in blokjes. Giet 100 ml water in een wijde, hoge pan met dikke bodem, voeg de suiker toe, roer en breng op een hoog vuur aan de kook. Laat het mengsel koken tot een theelepeltje stroop in een glas water een balletje vormt dat nog kneedbaar is met de vingers. Voeg de bramen en de appelstukjes toe, breng opnieuw aan de kook en laat 5 minuten pruttelen. Roer af en toe. De stroop moet dik zijn en goed aan de vruchten kleven. Schep tot slot het schuim eraf. Schroef de deksels op de potten en keer de potten om. Laat de inhoud afkoelen voordat u de potten weer omdraait.